verdiepend artikel 

De Polyvagaal theorie

De Polyvagaaltheorie gaat vooral over het autonome zenuwstelsel, wat de verbinding vormt tussen je emotionele systeem en je stress systeem, ofwel tussen je emoties en je lichaam. In het autonome zenuwstelsel is de nervus vagus een belangrijke hersenzenuw, die onder andere hart, ademhaling en buik reguleert. Hoe werkt deze ‘automatische piloot’?

De biologie van stress

De polyvagaal theorie

Prof. Dr. Stephen Porges is psychiater, neurofysioloog en directeur van het brain Body Center aan een universiteit in de Verenigde Staten. Hij ontwikkelde de polyvagaaltheorie, waarin hij beschrijft hoe de biologische systemen de basis vormen voor het ons veilig voelen en sociaal betrokken zijn.

Dit levenswerk van Porges wordt ook wel ´de neurofysiologie van de zelfregulatie´ genoemd. Poly betekent veel. Vagaal betekent zenuw. Deze Polyvagaaltheorie geeft inzicht in de psychofysiologische systemen die bepalend zijn voor onze veiligheid en dat wat er met ons gebeurd in geval van verstoring in onze veiligheid, zoals bij trauma en shock. Wereldwijd wordt de polyvagaaltheorie ingezet door therapeuten en artsen, die zich richten op de behandeling van trauma, angst, depressie en andere problemen.

 

De Polyvagaaltheorie gaat vooral over het autonome zenuwstelsel, wat de verbinding vormt tussen je emotionele systeem en je stress systeem, ofwel tussen je emoties en je lichaam. In het autonome zenuwstelsel is de nervus vagus een belangrijke hersenzenuw, die onder andere hart, ademhaling en buik reguleert. Hoe werkt deze ‘automatische piloot’?

De nervus vagus of zwervende zenuw, begint als een vertakking in de hersenstam, loopt omhoog tot aan de hersenschors en omlaag van en naar de buikholte. Het is de langste van alle hersenzenuwen. Deze belangrijke zenuw splitst zich in diverse uitlopers naar vitale organen in het lichaam. Hiertoe behoren de vertakkingen naar de oren, de bronchi, het hart, de ingewanden, de slokdarm, de maag, de lever, het strottenhoofd, de hersenvliezen, de keelholte en het maagportier.

 

Hart, ingewanden en hersenen zijn sterk verbonden met elkaar, ze communiceren via de hersenzenuwen. De nervus vagus is een belangrijke zenuw die betrokken is bij het uitdrukken en reguleren van emoties: als de geest zich in een hevig opgewonden toestand bevindt, heeft dat onmiddellijk effect op de ingewanden. Onder spanning is er veel wisselwerking tussen de organen: emoties kunnen niet voor niks worden ervaren als hartverscheurend (hart), benauwend (long) of misselijkmakend (maag-darm). Om fysiek tot rust te komen, te genezen en te groeien is er een innerlijk gevoel van veiligheid nodig. Begrip van de theorie rondom deze hersenzenuw geeft zicht op het versterken van het lichaam om zodoende arousal beter te kunnen reguleren.

 

Na een trauma wordt de wereld ervaren via een ander zenuwstelsel, dat andere inschattingen maakt van risico’s en veiligheid. We zullen hierbij in het kort stilstaan bij de anatomische opmaak van de nervus vagus, want die is essentieel voor het begrip van de manier waarop mensen omgaan met hun trauma. Elke bedreiging van onze veiligheid/sociale verbindingen activeert wijzigingen in die gebieden, die gestimuleerd worden door de nervus vagus. Het autonome zenuwstelsel regelt drie fundamentele fysiologische toestanden. De mate van veiligheid bepaalt welke van deze drie toestanden op enig moment worden geactiveerd.

Veiligheidsniveaus

1. Eerste veiligheidsniveau: Sociale betrokkenheid

Is het sociale betrokkenheidssysteem, welke afhankelijk is van de zenuwen die hun oorsprong vinden in regulerende centra in de hersenstam, met name het ventrale deel van de nervus vagus samen met aangrenzende zenuwen die spieren van het gezicht, de hals, het middenoor en het strottenhoofd besturen. Wanneer de Ventrale Vagale Toestand (VVT) de leiding heeft, dan glimlachen we terug als anderen glimlachen, knikken we bevestigend als we het ergens mee eens zijn of gaan we door met ons verhaal vertellen. Als de VVT ontspannen geactiveerd is, worden ook signalen verzonden naar ons hart (onze hartslag vertraagt) en naar onze longen (de ademhaling wordt dieper). Als gevolg hiervan voelen we ons meestal ontspannen en kalm, emotioneel in evenwicht of aangenaam geprikkeld. Zoals in het gezonde, afgestemde spel tussen moeder en baby, denk hierbij aan de spiegelneuronen. Op het moment dat iemand daarentegen verveeld naar ons kijkt of fronst, stoppen we ons verhaal of wijzigen we van onderwerp. Als er iets verontrustends gebeurt, dan sturen we instinctief via onze gezichtsuitdrukkingen en intonatie (vanuit het VVT) onmiddellijk een signaal uit naar anderen om ons te helpen, te troosten en/of te steunen. In reactie op pijn of verdriet gaan we op zoek naar mensen die we aardig vinden en vertrouwen, om ons te helpen de moed op te brengen om verder te gaan. We kunnen ook tot rust komen door een lichamelijke activiteit te beoefenen, zoals wandelen, fietsen, hardlopen, boksen, naar de sportschool gaan, ademhalingsoefeningen, etc. We kunnen spreken van een trauma als dit sociale veiligheidssysteem faalt: als je als bang kind in bed ligt en je hoort je moeder schreeuwen omdat je vader haar in elkaar slaat; als je smeekt voor je grenzen of je leven, maar je belager negeert je; of als je je maat beklemd ziet liggen onder een stuk ijzer en jij bent niet sterk genoeg om dit van hem af te tillen.

 

2. Tweede veiligheidsniveau: mobilisatie

Als er echter niemand te hulp schiet of als we ons in direct gevaar bevinden, dan valt het lichaam terug op een primitieve manier om te overleven: vechten of vluchten. Hier neemt het sympathische (het emotionele deel van het) zenuwstelsel, in onze term het gaspedaal, het heft in handen en stuurt de benodigde energie aan door middel van een enorme adrenaline- en cortisolboost, gecombineerdmet een verlaging van de serotonine. We praten vlugger, harder, schriller. Ons hart pompt sneller, zweetklieren zijn geactiveerd en de spieren worden aangespannen om te vechten of te vluchten. We bieden vanuit intense emotie –zoals woede als gevolg van onmacht- weerstand tegen wie ons of onze verzorger aanvalt, of rennen vanuit intense angst of paniek naar een veilige plek.

 

3. Het derde veiligheidsniveau: immobilisatie

Als we falen in vechten of vluchten, er geen enkele uitweg meer lijkt te zijn en we niets kunnen doen om het onvermijdelijke te voorkomen, dan probeert het lichaam zichzelf te beschermen door het ultieme noodsysteem te activeren: door zich af te sluiten en zo min mogelijk energie te gebruiken. Dat is het moment dat de wijdvertakte nervus vagus vol in actie treedt. Want de nervus vagus registreert ‘hartverscheurende’, ‘benauwende’ of ‘misselijkmakende’ gevoelens, bijvoorbeeld omdat we niet kunnen helpen of wegkomen, of omdat we worden vastgehouden door een aanvaller of als een kind geen kans heeft om te ontsnappen aan een angstwekkende (situatie met een) verzorger. Dit is het punt waarop we ons terugtrekken, ineenstorten, verlammen of verstijven (freeze). Ineenstorten,  lamgelegd of verstijven wordt veroorzaakt door de Dorsale Vagale Toestand (DVT), een deel van het parasympatische zenuwstelsel – ons rempedaal – wat reikt tot onder het middenrif, in de maag, nieren en darmen. Dit parasympathische deel zorgt in een dergelijke noodsituatie, dat:

  • onze hartslag vertraagt (we voelen ons hart ongeveer in onze maag zakken)
  • we niet goed meer kunnen ademen (hoge, oppervlakkige ademhaling);
  • onze ingewanden er mee ophouden of zich ledigen (letterlijk: het van angst in je broek doen).

Zodra dit systeem het overneemt, vinden we andere mensen en onszelf niet meer van belang. Het bewustzijn is op een laag pitje gezet en het is mogelijk dat we fysieke pijn niet langer registreren.

Om effectief over te schakelen van verdedigingsstrategieën naar strategieën voor sociale betrokkenheid, moet het zenuwstelsel twee dingen doen:
1. het risico beoordelen, en 2. als de omgeving er veilig uitziet, de primitieve verdedigingsreacties op vechten, vluchten of bevriezen afremmen.
 

Stephen W. Porges

Body to brain

Een bekend voorbeeld-in-het-klein hierbij zie je ook wel in de topsport: iemand heeft jaren getraind om aan de Olympische Spelen mee te doen, valt ongelukkig en raakt geblesseerd, maar staat toch op en maakt de wedstrijd af. Achteraf voelt diegene pas de pijn van de blessure.

 

Toch verkiezen veel getraumatiseerde mensen paniek en woede boven het tegenovergestelde: zich afsluiten en ongevoelig zijn voor de wereld om hen heen. Daarom hebben veel mensen met ontwikkeltrauma en/of PTTS het idee dat ze pas werkelijk tot leven komen als ze in echt gevaar zijn, of zich (vanuit hun nog-steeds-actieve-hyperarousal) steeds preventief voorbereiden op echt gevaar, terwijl ze verdoofd zijn in situaties die voor hen ingewikkelder zijn, maar objectief gezien veilig, zoals verjaardagsfeesten of familiediners. Ook al heeft het trauma in het verleden plaatsgevonden, de emotionele hersenen blijven in het NU gevoelens genereren die angst en machteloosheid oproepen. Het is daarom geen wonder dat veel getraumatiseerde mensen dwangmatige gebruikers of eters zijn, of bang om de liefde te bedrijven of allerlei sociale activiteiten vermijden, want hun zintuiglijke wereld is voor een groot deel verboden terrein.

 

Ongeveer 80% van de vezels van de nervus vagus is afferent, dat wil zeggen dat deze vezels signalen doorgeven van ‘body to brain’. Dit betekent ook dat we ons arousalsysteem rechtstreeks kunnen trainen door de manier waarop we uitademen, fysiek bewegen en in een toestand van relatieve lichamelijke ontspanning kunnen zijn/blijven. De kern van herstel is (lichaams)zelfbewustzijn.

Het paradoxale bij trauma is dat het vermijden van de schijnbaar ondraaglijke gevoelens ons lichaam extra gevoelig maakt voor het overspoeld worden door die gevoelens. De nervus vagus stuurt bij (dreiging) van gevaar paniekboodschappen naar de borst, de buik en de keel. De Nervus Vagus kan juist ook de ‘einde-paniek-boodschappen’ doorsturen naar de borst, de buik en de keel.

Sein veilig

Therapeutische massagebehandeling van vooral rug, nek, hoofd en buik stimuleren onder andere de nervus vagus om ‘sein veilig’ boodschappen af te kunnen geven, waardoor je lichaam (eindelijk) dieper ontspannen kan voelen. Dit kan een wezenlijk anker zijn, waardoor getraumatiseerde mensen ook fysieke gewaarwordingen kunnen creëren als tegenwicht aan het gevoel de controle te verliezen. Hierdoor kan zelfvertrouwen groeien.

 

Nu we de werking van de nervus vagus begrijpen, kunnen we uitleggen WAAROM uiteenlopende, onconventionele technieken, zoals ademhaling, bewegen (bouncen, wandelen, fietsen, hardlopen en boksen, etc), rustgevende muziek en aanraking in vorm van therapeutische massage zo goed werken. Daardoor worden we ons meer bewust van de mogelijkheid om de aanpakken die in het brein van boven naar beneden werken (zoals gespreksvoering –vaak gericht op het activeren van het sociale betrokkenheidssysteem- en EMDR) te combineren met aanpakken die in het brein van beneden naar boven werken: gericht op het verminderen van fysieke spanningen in het lichaam.

Een van de belangrijkste kenmerken van zowel ontwikkeling, als van geheugen en neuraal weefsel is dat ze kunnen veranderen door patroonmatige, herhaalde activiteiten. De systemen in je brein die herhaaldelijk geactiveerd worden veranderen. De systemen in je brein die niet geactiveerd worden, veranderen niet. Deze gebruiksafhankelijke ontwikkeling is een van de belangrijkste eigenschappen van neuraal weefsel. Het lijkt een eenvoudig concept, maar wel eentje met enorme verreikende implicaties.



Bruce Perry

Therapeutische massage

Therapeutische massage ondersteunt de oefening om fysieke gewaarwordingen te koppelen aan psychische gebeurtenissen, waardoor ze geleidelijk weer verder contact kunnen maken met zichzelf en hun innerlijke behoeften. Herstel van het zenuwstelsel vraagt om het hebben van ervaringen die het gevoel van fysieke veiligheid kunnen herstellen. Hierin zit de klus én de kans voor mensen met ontwikkeltrauma en/of PTSS. De wil om te overleven en zelf de beschikking te hebben over je leven is de energie die ingaat tegen het verwoestende effect van trauma. Veerkracht is het vermogen om te kunnen herstellen van tegenspoed.

 

Het onderdrukken van onze innerlijke hulpkreten voorkomt niet dat onze stresshormonen het lichaam ziek maken. Hoewel mensen vaak hebben geleerd om hun relatieproblemen te negeren en hun fysieke noodsignalen te negeren, keren deze vaak terug in de vorm van klachten die de onmiddellijke aandacht opeisen. De permanente stroom aan stresshormonen heeft er toe geleid dat het lichaam zich aanpast, wat op lange termijn kan leiden tot klachten. Pogingen om de controle te behouden over fysiologische reacties (zowel bij hyperarousal als bij onderarousal) kunnen leiden tot een grote verscheidenheid aan lichamelijke symptomen, waaronder: (Chronische) rug- schouder en/of nekpijn (spierspasme), pijn in armen en/of benen, spierfunctieverandering,  hart- en vaatziekten, angststoornissen, migraine, spijsverteringsproblemen, prikkelbare darmsyndroom, slaapproblemen, depressie, burn-out, chronische vermoeidheid, fybromyalgie, auto-immuunziekten als artritis, druk op de borst, ademproblemen, bepaalde vormen van astma.

 

Een van de wonderen van het functioneren van ons brein is dat het tijdens de verschillende ontwikkelfasen – adolescentie, middelbare leeftijd, jaren van ouderdom- automatisch probeert alle onverwerkte somatosensorische herinneringen op te ruimen. Dat is de reden dat bij veel mensen tijdens deze natuurlijke ontwikkelstadia traumatische herinneringen boven komen, in de vorm van somatische klachten. Het is een onderdeel van onze ingelegde zelfgenezend vermogen en onze vitale veerkracht. Het brein en het lichaam activeert zichzelf op een natuurlijke wijze om deze opgeslagen herinneringen naar de associatieve hersengebieden te sturen, waardoor het verhaal heel gemaakt kan worden. Het brein probeert zich (onder andere door fysieke signalen) te bevrijden van onnodige ballast, zodat het zich kan voorbereiden op de nieuwe informatie (stimuli) die binnen zullen komen in de volgende ontwikkelfase.

Belangrijke sleutel

Hier zit een belangrijke sleutel: bepaalde opduikende ontwikkeltrauma- en/of PTSS symptomen op latere leeftijd kunnen daardoor soms juist HELPEND zijn. Het lichaam wil altijd terug naar eenheid, naar evenwicht, naar balans, naar gezondheid. Het lichaam zal daarom ook alles in het werk willen stellen om de disorganisatie te reorganiseren. In hoeverre wij de vaardigheden van zelfregulatie beheersen, hangt in grote mate af van in hoeverre je alsnog of opnieuw een ‘veilige haven’ in jezelf kan creëren. Dit kan alleen kan als je ook in gezonde verbinding met je eigen lichaam bent.

 

De kernfactor die aan de veelvormige klachten ten grondslag ligt is de diepgaande biologische en emotionele ontregeling. Iemand met trauma-symptomen proberen ‘op te lappen’ is niet de issue. De uitdaging ligt in het vinden van manieren om het sympathische zenuwstelsel te kalmeren. Bij elke persoon met een ontwikkeltrauma  en/of PTSS-symptomen zou de empirische vraag gesteld moeten worden: Laten we eens kijken, wat werkt bij jou? Een empirische vraag kan alléén vanuit experiment en alléén vanuit de persoon zélf beoordeeld worden.

© RILEGS
Het lichaam wil altijd terug naar eenheid, naar evenwicht, naar gezondheid. 
Het zal alles in het werk stellen om de disorganisatie te reorganiseren. 
 
In hoeverre wij de vaardigheden van zelfregulatie beheersen, hangt in grote mate af of je opnieuw een ‘veilige haven’ in jezelf kan creëren. Dit kan alleen als je in gezonde verbinding met je eigen lichaam bent.

RILEGS