verdiepend artikel 

Het ritme van de regulatie

De methode is erop gericht om het regulerende vermogen te activeren, waardoor stap voor stap de ingesleten patronen in het zenuwstelsel vervangen kunnen worden door nieuwe, meer adaptieve patronen.  Leren om zelf je lichaam te kalmeren en te reguleren is een randvoorwaarde bij traumaherstel. Een ondersteunende tool hierin kan zijn met inzet van co-regulatie via een lichaamsgericht (trauma)therapeut als hulpbron. 

 

In het ‘nu’ komen

Wat mij in mijn manuele praktijk altijd weer diep raakt, is dat sommige cliënten delen van hun lichaam nauwelijks kunnen en/of willen voelen. Daarom voelen ze ook vaak signalen als pijn, vermoeidheid en blijdschap niet of nauwelijks. Al die emoties zijn namelijk lichaamgebaseerde ervaringen. Dat verklaart waarom getraumatiseerde mensen zich zo vaak niet veilig, levendig, betrokken, ontspannen, speels en/of blij kúnnen voelen in het NU. Als manueel werkend therapeut ondersteun ik cliënten om in het hier en nu te kunnen (leren) komen. En ik besef daarbij goed dat er niet één ‘beste manier’ bestaat om dat te bereiken. Ik zal daarom ook zeker niet beweren dat manuele behandelingen hét antwoord zijn bij trauma. Je hebt bij trauma gewoonweg een heel arsenaal aan ankers nodig, want niet één truc werkt altijd en bij iedereen. Ik ben er wel diep van overtuigd dat de weg naar traumaherstel via het lichaam gaat. De vraag die hierbij de moeite van het onderzoeken waard blijft, is altijd: wat werkt voor jou? Dat is deels een kwestie van temperament van de cliënt: het is daarom belangrijk samen te zoeken naar de meest passende behandeling en ankers.

Literatuur aanbeveling:

Dit boek over de polyvagaal theorie, zou ik daarbij willen aanbevelen, voor een stuk inzicht en hoop om belichaamd tot bedaren te kunnen (helpen) komen. Deb Dana is de schrijfster van het boek De polyvagaal theorie in therapie.

De polyvagaal theorie

Deze theorie is gebaseerd op het gedachtengoed van S. Porges, neurowetenschapper en hoogleraar in de psychiatrie in Amerika. Zijn polyvagaal theorie  is een verhelderende manier om naar de werking van het zenuwstelsel te leren kijken en wordt ook wel ‘de wetenschap van je veilig voelen’ genoemd: het geeft inzicht in de veranderingen die traumatische ervaringen teweegbrengen in het autonome zenuwstelsel en waarom mensen na zo’n ervaring zo moeilijk terugkeren naar een staat van interne rust, kunnen genieten, vertrouwen en/of ontspannen kunnen zijn bij anderen. Het maakt de fysiologische ‘dynamieken’ zichtbaar die ten grondslag liggen aan je veilig voelen en sociaal betrokken zijn. De polyvagaaltheorie biedt de mogelijkheid om de relatie tussen stress en (spier)spanningsklachten op een dieper niveau te begrijpen.

 

Traumatische gebeurtenissen kunnen nog lang diepe sporen trekken, in de geest en vooral ook in het lichaam. Wanneer jou nare dingen zijn overkomen, is het fijn als iemand je verhaal aanhoort en erkent hoe vreselijk het geweest moet zijn. Maar dat neemt de inprenting van angst en walging nog niet weg. Dat zijn primitieve lichamelijke reacties die uit een ander, niet-talig deel van het brein komen. Een traumareactie is een primaire vecht- of vluchtrespons, met stresshormonen als motor.

 

Bij mensen met een (C)PTSS is daar iets misgegaan: ze maakten een schokkende gebeurtenis mee waar niet tegen te vechten of van te vluchten was. Hun stressreactie is chronisch geworden, waardoor zij overdreven heftige reacties blijven vertonen. Zij voelen de drang om in actie te komen of weg te rennen bij de kleinste voorvallen. Het lichaam is vaak over-alert: het staat als het ware nog altijd klaar om te vechten of te vluchten.

 

Bij (C)PTSS is het probleem ten diepste dat je je niet veilig voelt in deze wereld, met name je lichaam niet. Hun lichaam moet daarom eerst kalmeren. Bij trauma is dé grote uitdaging om het lichamelijke gevoel van veiligheid te herstellen.

 

In het boek worden praktische methoden aangereikt om cliënten te ondersteunen om vanuit toestanden van mobilisatie en immobilisatie de weg terug te vinden naar veiligheid en verbinding. Deb Dana beschrijft de basisprincipes van de polyvagaal theorie in een begrijpelijke taal en praktische werkwijze, die toegankelijk is voor zowel cliënten als therapeuten. Dit boek kan cliënten met (C)PTSS cruciale en hoopvolle inzichten geven om de onderliggende theorie te begrijpen bij hun dagelijkse praktijk. Het geeft therapeuten praktische handvatten om de polyvagaal theorie te integreren in hun werk gericht op traumaherstel.

‘De taak van het autonome zenuwstelsel is om ervoor te zorgen dat we overleven op momenten van gevaar en opbloeien in tijden van veiligheid. Om te kunnen overleven, moeten we bedreigingen kunnen herkennen en moet er een overlevingsrespons worden geactiveerd.  
 
Voor opbloeien is precies het tegenovergestelde nodig – het afremmen van de overlevingsrespons, zodat sociale betrokkenheid mogelijk wordt. Als we dit vermogen tot activering, remming en flexibiliteit van reageren niet hebben, maakt dat ons leven zwaar.’
 

Deb Dana

Responspatronen

Het gevoel van veiligheid wordt volgens de polyvagaal theorie vooral bepaald door lichamelijke responsen in plaats van cognitieve overwegingen. Een dieper besef van de impact van de werking van het zenuwstelsel kan ingrijpende inzichten geven in bepaalde klachten, zoals chronische (spier)spanning, een vol hoofd, paniek/ angsten of chronische vermoeidheid. Het in kaart brengen van responspatronen is een belangrijk onderdeel van het praktische werk, waardoor cliënten zich bewust worden van drie verschillende toestanden van het autonome zenuwstelsel:

Toestand: veiligheid voelen en kunnen verbinden

Bijvoorbeeld in natuur, in bergen, aan zee, bij eigen congruente keuzes maken, bij bepaalde opbouwende muziek, als je aan mensen denkt die belangrijk voor je zijn, in verbinding met gezin/familie/vriend(in), theetje met vriend(in), beweging / sport waar je plezier aan beleefd, met sportmaat, bij wandelmaatje, bij synergetisch samenwerken, bij positieve dingen doen. In deze toestand is je parasymphaticus (rempedaal) dominant.

golflichtblauw
Toestand: mobiliseren (fight/ flight) bij onrust of gevaar.

Bijvoorbeeld bij haast, bij genegeerd, werkdruk, privéstress, genegeerd worden, ruzie, in de war, gedwongen keuze te maken, gedwongen partij te kiezen, bij conflict, deadlines, verplichtingen, rekeningen niet kunnen betalen, bij verantwoordelijk voor veel mensen / dingen, bij to much. In deze toestand is je sympathicus (gaspedaal) dominant.

golflichtblauw
Toestand: immobilisatie (freeze/ lamgelegd)

Bijvoorbeeld bij geen opties, gevangen voelen, onbelangrijk voelen, bekritiseerd, gevoel er niet toe doen, er niet bij te horen, niet gehoord of gezien worden, eenzaamheid, verlies van verbinding in jezelf en/of met omgeving, te veel (specifieke) prikkels, gebrek aan zingeving, het machteloos gevoel dat je het verschil niet kan maken, te hoge verwachtingen waar je niet aan kan voldoen, chronische ziekte, een geliefd persoon kwijtraken. In deze toestand zit je parasympaticus in noodremmodus.

Inzet van co-regulatie

De methode is erop gericht om het regulerende vermogen te activeren, waardoor stap voor stap de ingesleten patronen in het zenuwstelsel vervangen kunnen worden door nieuwe, meer adaptieve patronen. Door trauma kan het fundamentele vermogen tot zelfregulatie in meer of mindere mate verstoord zijn. Leren om zelf je lichaam te kalmeren en te reguleren is een randvoorwaarde bij traumaherstel. Een ondersteunende tool hierin kan zijn met inzet van co-regulatie via een lichaamsgericht (trauma)therapeut als hulpbron. Hierdoor kan zelfregulatie worden vergroot en het sociale-betrokkenheidssysteem op adequate wijze worden ingezet.
© RILEGS

Een zucht is de natuurlijke taal van het hart

 

Thomas Shadwell