Intermitterend drukken
Hierbij voel je de handpalmen met tussenpozen zacht, langzaam en vol drukken op je rug, nek, schouders en/of benen, voeten. Er wordt een gelijkmatige druk uitgeoefend, waarbij de druk herhalend toeneemt en afneemt. Geen oliegebruik.
Doel van intermitterend drukken:
- contact maken en kalmering
- wennen aan de handen op je lichaam, het lichaam vertrouwd maken met aanraking
- basisspanning van spieren aanvoelen
Effleurages = strijkingen
Bij effleurages voel je de volledige handpalmen gelijkmatig, recht of cirkelvormig strijken, met matige tot stevige druk. Deze techniek kan zowel langzaam als wat sneller worden uitgevoerd. Oliegebruik voor een vloeiende beweging.
Bij een reibung voel je een zeer stevige, intensieve effleurage. Deze strijking wordt gegeven anders dan met de handpalm: met knokkels, vingertoppen, bovenzijde van handen, vuist of met een rulle handdoek. Jij kan niet zozeer voelen met welk deel van de hand de techniek wordt toegepast, maar wél voel je dat de greep stevig en/of diep is. Wel of geen oliegebruik is bij een reibung afhankelijk van de gekozen techniek.
Doel van effleurages: - het lichaam gewoon laten worden met de aanrakingen
- verbeteringen doorbloeding van de huid
- circulatie lymfevaten gestimuleerd
- weldadige ontspanning en vermindering pijn
Petrisages = knedingen
Hierbij voel je dat je spieren ritmisch gekneed worden, een beetje te vergelijken met het kneden van brooddeeg. Geen oliegebruik.
Doel van petrisages: - doorbloeding gestimuleerd, op een dieper niveau dan door effleurages
- maakt spieren soepeler
- weefsel en zenuwuiteinden worden aangenaam gestimuleerd
Fricties = diepe, zeer plaatselijke cirkelvormige beweging in spieren of op pezen
Je voelt dat er op één plaats op een spier recht of cirkelvormig met de volle hand, of duim, vingertoppen, handpalm een nauwkeurige beweging wordt uitgevoerd, waarbij de huid wordt meegenomen. Er kan lichte tot stevige druk worden uitgeoefend, afhankelijk van het te behandelen lichaamsdeel. De beweging blijft binnen de elastische grenzen van de huid. Dieper liggend weefsel wordt hierbij meegenomen. Fricties kunnen wat gevoelig zijn en worden daarom afgewisseld met zachte vibraties of strijkingen. Geen oliegebruik.
Doel van fricties:
- door spiervezels uit te drukken worden de onderliggende spieren verbreed
- losmaken van de opstapeling van afvalstoffen (myogelose), meestal aan de rand van een spier en/of spierovergang.
Een myogelose is een verharding in een spier, door ophoping van melkzuur. Meestal gepaard met verminderde werking van de spier. Ontstaat als gevolg van verminderde spierafwisseling. Een triggerpoint is een pijnlijk plekje dat bij druk uitstraalt. Een tenderpoint is een gevoelig plekje zonder uitstraling.
Tapotementen = ontspannen, ritmische, lichte ‘slagen’
Tapotementen voel je als snelle, afwisselende klopjes, die gegeven kunnen worden met bijvoorbeeld de handen-als-kommetje gevormd, of met de pinkzijde van de hand.
Vibraties voel je als een snelle, trillende, schuddende beweging, die met de vlakke hand of vingertoppen worden uitgevoerd op het te masseren lichaamsdeel (bijv kuitenspieren). Schuddingen hebben direct en indirect een relaxerende werking op de spier.
Geen oliegebruik.
Doel van tapotementen en vibraties: - stimulatie zenuwen en losmaken van verkrampte spieren
- stimuleren en activeren van spieren
Eind-effleurages
Lichte, zachte strijkingen om de massage af te ronden (geen oliegebruik)
Doel van eind-effleurages:
Het lichaam te optimaliseren en klaar te maken om weer in actie te komen.